Het aantal gevallen van atypische myopathie blijft de laatste dagen maar stijgen.
Er wordt aangeraden in de mate van het mogelijke:
- Tijdelijk de toegang te beperken tot weiden die zaailingen van de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) bevatte (of eventueel deze delen af te sluiten voor de paarden).
- De tijd die het paard doorbrengt op de weide te beperken (de meeste klinische gevallen stonden langer dan 6 uur/ dag op de weide) en eventueel de paarden te voederen alvorens ze op de weide te laten.
- Een weiderotatie te organiseren zodat de paarden enkel op weiden met voldoende gras staan.
- Geen hooi of ander voeder op dezelfde grond te plaatsen.
- De zaailingen zo vroeg mogelijk te verwijderen (maaien, vermalen…; eventueel kunnen ze zelfs verbrand worden). Vermijd toxische producten i.v.m. milieubescherming. Opgelet, de paarden kunnen op dat moment nog niet op de weide gelaten worden omdat zelfs de gehooide zaailingen toxines kunnen bevatten. Er wordt aangeraden te wachten tot de zaailingen volledig zijn afgebroken en het gras voldoende is gegroeid.
- De omliggende esdoorns eventueel te verwijderen om te vermijden dat ze bloemen en zaden produceren die op het weiland terecht komen.
Zowel dierenartsen als paardenhouders/eigenaars die geconfronteerd worden met een geval van esdoornvergiftiging worden verzocht om dat door te geven aan het meldpunt:
- Voor paardenhouders/eigenaars: https://labos.ulg.ac.be/myopathie-atypique/en/declare-case-owners/
- Voor dierenartsen: https://labos.ulg.ac.be/myopathie-atypique/en/veterinarians/declare-case-veterinarian/
Meer info vindt u terug in ons dossier over Atypische Myopathie.