Het gebruik van paarden voor menselijke therapie is aan een opmars bezig en verschillende enthousiastelingen leveren op dit vlak al enige tijd een nuttige bijdrage. In landen als de Verenigde Staten is het concept sterk ontwikkeld en geniet het goede bekendheid, maar in Vlaanderen lijkt dit momenteel niet het geval. Van een officiële erkenning is vooropig geen sprake. Er is immers weinig wetenschappelijke kennis voorhanden over de Vlaamse situatie. Daarnaast worden ook in dit veld verschillende zowel Nederlandstalige als Engelstalige termen gehanteerd wat veel verwarring met zich mee brengt en het voor een buitenstaander niet gemakkelijk maakt om de werkwijze meteen te begrijpen.
Dit blijkt duidelijk uit de discussietekst die de deelnemers aan de dialoogdag “Het paard en de samenleving” voorgeschoteld kregen:
"Therapeutisch paardrijden’ wordt over het algemeen gebruikt als overkoepelende term voor alle werkvormen, waarbij gebruikgemaakt wordt van het paard om de levenskwaliteit van personen met een handicap te verbeteren. Therapeutisch paardrijden is internationaal de term die gebruikt wordt voor alles wat paardrijden betreft voor personen met een beperking. Daaronder vallen zowel de therapeutische toepassingen als het aangepast paardrijden voor personen met een handicap. Internationaal wordt dit vertegenwoordigd door het FRDI (The Federation of Riding for the Disabled International A.I.S.B.L. of La Federation Internationale d’Equitation The´rapeutique). Zij richten om de drie jaar een internationaal congres in voor alle disciplines.
Equine Assisted Therapy (EAT) beperkt zich tot het therapeutisch of psychosociaal werken met het paard als medium en onderscheidt zich van het aangepast - recreatief of sportief – paardrijden voor personen met een beperking. Het paard en paardrijden is in EAT een middel, en niet het doel van de activiteit. Bij EAT gaat het om doelgericht handelen – op verschillende terreinen en op regelmatige basis – door professionele werkers in de gezondheids- en welzijnszorg met het paard als medium.
EAT is een holistisch gebeuren waarbij zowel fysieke, cognitieve en emotionele componenten aan bod komen en waar het accent kan gelegd worden op verschillende aspecten afhankelijk van het toepassingsgebied:
Hippotherapie is een therapie, waarbij binnen de gezondheidszorg, en dit zowel voor de lichamelijke als de geestelijke gezondheid, het paard in de hulpverlening ingeschakeld wordt. Hierbij zijn (para)medisch opgeleide therapeuten verantwoordelijk voor de uitvoering ervan.
Op het fysieke vlak worden het paard en zijn bewegingen gebruikt om de motoriek te stimuleren en te faciliteren. De unieke en niet na te bootsen driedimensionale bewegingen van de paardenrug - welke analoog zijn aan het menselijk stappatroon – en de rijzit beïnvloeden de spiertonus, de rompoprichting en rompstabiliteit, de evenwichtreacties en de houding van de berijder die op de bewegingen reageert en respondeert. Hierbij wordt het paard meestal in stap geleid door een begeleider, naast de therapeut die de bewegingen van de berijder op het paard permanent begeleidt en evalueert (kinesitherapie op het paard).
Op het psychomotorische vlak worden de zintuigen en de perceptie gestimuleerd, waardoor ontwikkelingsgericht kan gewerkt worden bij personen met een verstandelijke beperking, met ontwikkelingsretardatie en ontwikkelingsstoornissen en dit op een functionele manier. Het paard wordt gebruikt als stimulator, motivator en activator. Hierbij kan het paard geleid of zelf gestuurd worden. Oefeningen naast, met en op het paard zijn mogelijk (psychomotorische therapie met en op het paard).
Op het geestelijke vlak ligt het accent op belevingsfactoren en wordt intrapsychische therapie verstrekt aan cliënten met psychische of psychiatrische problemen waarbij emotionele en sociale componenten belangrijk zijn. Hierbij is het contact en de omgang met het paard even belangrijk als het berijden van het paard. Er kan ook uitsluitend naast de paarden gewerkt worden, individueel of in groep.
Orthopedagogisch paardrijden, waarbij orthopedagogisch gewerkt wordt op educatief en op psychosociaal vlak. Doelgroepen zijn kinderen en volwassenen, met een verstandelijke beperking, ontwikkelingsstoornissen, gedragsstoornissen of met een psychosociale problematiek. In tegenstelling tot de codes die de relaties tussen mensen regelen, is het contact met het paard in de eerste plaats intuïtief. Sommige mensen die er niet inslagen om normale relaties te hebben met hun omgeving, slagen er wel in om te communiceren met hun paard. Op die manier krijgen ze meer inzicht in hun omgeving, gaan ze initiatieven nemen en proberen ze zelf de dialoog aan te gaan, iets waar ze in het dagelijks leven de grootste moeite mee hebben. Karaktergestoorde kinderen leren dankzij het paardrijden ook hun reacties beter te beheersen en krijgen hierdoor tegelijk meer zelfvertrouwen.
De functie van het paard is niet echt gekoppeld aan het ‘paardrijden’ op zich zoals het zitten in het zadel en het paard besturen. De cliënten komen immers niet om ‘paard te rijden’, maar wel om samen met het paard aan een probleemstelling te werken die veel ruimer is dan het paardrijden. De omgang met het paard in al zijn facetten, zoals het poetsen van het paard, het afhalen van het paard uit de weide, het omgaan met het paard in de piste zonder dat de cliënt het paard berijdt, horen daar ook bij.
Knelpunten
EAT/Hippotherapie gaat reeds door in diverse instellingen in Vlaanderen, hetzij in een manege binnen de instelling zelf, hetzij in een privémanege in de buurt waar ze regelmatig en op vaste tijden terecht kunnen. Meestal wordt dit begeleid door personeel van de instelling zelf, al dan niet door hiervoor opgeleide therapeuten. Hier en daar werken ook reeds enkele therapeuten privé met één of andere vorm van EAT.
De term ‘hippotherapie’ wordt echter vaak ten onrechte aangewend voor aangepast paardrijden of paardrijden voor personen met een beperking. Het ‘paardrijden voor personen met een handicap’ is vanzelfsprekend een heilzame activiteit, maar kan niet gezien worden als een therapie. Het accent ligt immers niet op het werken aan een probleem, maar wel op het recreatieve en sportieve aspect. Vaak wordt dit dan ook niet met de nodige deskundigheid ondersteund. Daarom zou het goed zijn dat er een soort ‘erkenning’ komt voor hippotherapie, waarbij aan bepaalde voorwaarden moet voldaan worden om dit verantwoord toe te passen. Zoals bijvoorbeeld verworven competenties of een erkende opleiding volgen, een geschikte infrastructuur en voldoende veiligheid bieden, over de geschikte en specifiek hiervoor opgeleide paarden beschikken, voldoende begeleiders voorzien, ethisch verantwoord werken …
Sinds 2005 bestaat er een postgraduaat opleiding EAT aan de Arteveldehogeschool in Gent die houders van een diploma in de gezondheidszorg en welzijnszorg kunnen volgen. Het getuigschrift EAT wordt gekoppeld aan het eerder behaalde diploma.
Deze erkenning zou dan ook kunnen gekoppeld worden aan de terugbetaling van deze EAT-sessies. Momenteel voorzien bepaalde mutualiteiten een vergoeding (beperkt tot maximum 60 € per jaar).
Er is echter geen sprake van een echte terugbetaling daar bijvoorbeeld het RIZIV hippotherapie nog steeds niet erkent als een kinesitherapeutische behandeling met terugbetaling. Er zou ook beroep moeten kunnen gedaan worden op de steun van een beroepsverzekering bij het uitoefenen van hippotherapie.
De huidige situatie is zo dat hippotherapie nog vaak onder de noemer ‘liefdadigheid’ valt en aangewezen is op giften van service clubs, activiteiten ingericht door lokale vzw’s, vrijwilligerswerk en veel persoonlijke inzet zonder een echte verloning van de hippotherapie of vergoeding van de reële onkosten.
…"
Er kan dus nog veel nuttig studiewerk verricht worden rond het gebruik van paarden voor menselijke therapie in Vlaanderen:
- In het kader van dit onderwerp zouden studenten bijvoorbeeld de veelheid aan termen en definities kunnen opsporen. Waar situeren de definitieproblemen zich? Over welke begrippen bestaat er consensus? Welke vlag dekt de lading?…
- De UGent beschikt reeds over cijfermateriaal rond het aantal initiatieven mbt hippotherapie in Vlaanderen. Deze data werd bekomen als onderdeel van een studie over interventies met assistentie van dieren. Een specifieke studie die inzoomt op therapie met paarden specifiek in de Vlaamse context bestaat nog niet en kan erg nuttig zijn. Hoeveel personen zijn ermee bezig als therapeut? Hoeveel mensen lieten zich aan de hand van de verschillende therapietypes bijstaan? Waren zij tevreden en maakten ze vooruitgang? Hoeveel therapeuten doen dit beroepsmatig? Welke vormen van therapie komen (het meeste) voor? …