Hoe kunnen niet-EU onderdanen in Vlaanderen verblijven in functie van professionele hippische activiteiten? 02/05/2023 08:49 7 min

Er bestaan verschillende mogelijkheden:

Kort verblijf – toeristenvisum – maximaal 90 dagen

Aan de hand van een visum kort verblijf (visum geldig voor maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen) kan er deelgenomen worden aan internationale wedstrijden of kan men voor maximaal 90 dagen de paardensport beoefenen.

Voor deelname aan internationale wedstrijden heeft een professioneel sportbeoefenaar zoals een ruiter/menner geen toelating tot arbeid nodig om te ‘werken’ tijdens een kort verblijf (maximaal 90 dagen). Dit is bepaald in artikel 16, §2 van het BVR 7/12/2018 inzake tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

In Vlaanderen kan het toeristenvisum niet gebruikt worden als basis om als zelfstandige te ondernemen of in loonverband te werken. Voor deze activiteiten is een Visum D (type langverblijf) nodig. Dit document kan enkel bekomen worden via het ontvangen van een beroepskaart of een toelating tot arbeid.

De beroepskaart voor zelfstandige ondernemers

De beroepskaart is verplicht voor wie niet over de Belgische nationaliteit beschikt en in het Vlaamse Gewest een zelfstandige beroepsactiviteit uitoefent (of wil uitoefenen), ongeacht de duur van de activiteit in België.

Er is geen beroepskaart nodig als u de nationaliteit hebt van:

  • een land uit de Europese Economische Ruimte (EER): de landen van de Europese Unie + IJsland, Noorwegen en Liechtenstein
  • Zwitserland.

Een zelfstandige beroepsactiviteit is elke activiteit die niet kan worden beschouwd als de tewerkstelling van een arbeidskracht (prestaties geleverd onder gezag, binnen of buiten de arbeidsovereenkomst). Het maakt daarbij niet uit of het gaat om een:

  • onderneming zonder rechtspersoonlijkheid, zoals een maatschap of een natuurlijke persoon die als zelfstandige werkt binnen een eenmanszaak
  • onderneming met rechtspersoonlijkheid, zoals een besloten vennootschap of vzw
  • nieuwe of bestaande onderneming en/of vestiging
  • tijdelijke of langdurige activiteit.

Mogelijke voorbeelden van zelfstandige beroepen binnen de paardensport zijn: zelfstandige paardenhandelaar, zelfstandige paardeninstructeur/trainer, zelfstandig ruiter, zelfstandig paardenarts, zelfstandig paardenosteopaat, etc

Op 1 januari 2022 trad het nieuwe decreet over beroepskaarten in werking. Dat betekent dat er sindsdien nieuwe toelatingsvoorwaarden gelden. Er zijn 3 categorieën van zelfstandige beroepsactiviteiten waarvoor u een beroepskaart kan aanvragen. Om in aanmerking te komen voor een beroepskaart moet uw zelfstandige activiteit in 1 van deze categorieën passen:

  • zelfstandige beroepsactiviteit met een economische meerwaarde (klassieke onderneming): voorbeeld zelfstandig paardenhandelaar
  • zelfstandige beroepsactiviteit met een innovatieve meerwaarde: voorbeeld zelfstandig paardenosteopaat die nieuwe technieken op paarden toepast
  • zelfstandige beroepsactiviteit met een sportieve, culturele of artistieke meerwaarde.

Voor gedetailleerde informatie verwijzen we naar de webpagina

Buitenlandse onderdanen die over een wettig verblijf in België beschikken kunnen hun aanvraag voor een eerste beroepskaart indienen via het online WSE-loket

Wie in het buitenland verblijft of over geen geldige verblijfsvergunning voor België beschikt, dient zijn aanvraagdossier in bij de Belgische diplomatieke of consulaire post in het land van geldig verblijf. De medewerkers ter plaatse zullen u de praktische details bezorgen voor het betalen van de aanvraagkost van 140 euro.

Op basis van de beroepskaart kan een niet-EU onderdaan een Visum type D (langverblijf) bekomen als hij nog niet over verblijfsrechten in België beschikt.

De toelating tot arbeid

Een toelating tot arbeid is nodig om als niet-EU-onderdaan in dienstverband tewerkgesteld te kunnen worden. Indien het verblijf, dat gepaard gaat met de tewerkstelling die ten hoogste 90 dagen zal duren (m.u.v. internationale sportwedstrijden, zie hoger), is dat een toelating tot arbeid met een arbeidskaart en -vergunning. Echter als het verblijf langer dan 90 dagen zal duren, dient dat via een toelating tot arbeid met een gecombineerde vergunning te gebeuren (aan te vragen via het Uniek Loket www.workinginbelgium.be).

Of het nu met arbeidskaart of gecombineerde vergunning is, voor niet-EU onderdanen is er de mogelijkheid om een toelating tot arbeid te bekomen voor zeer uiteenlopende categorieën, waarbij vooral tewerkstelling als ‘hooggeschoolde’ en ‘knelpuntberoep’ de meest voorkomende zijn in het Vlaams Gewest. ‘Hooggeschoolden’ dienen te voldoen aan een minimaal jaarloon en beschikken over een diploma hoger onderwijs – de ‘knelpuntberoepen’ gaan om technische middengeschoolde beroepen waarvoor in Vlaanderen onvoldoende arbeidskrachten beschikbaar zijn terwijl de vraag erom hoog is (ministeriële lijst met specifieke functies).

Voor laaggeschoolde functies bestaat er een soort van restcategorie, zoals bepaald in artikel 18, §1 van BVR 7/12/2018, genaamd de categorie ‘overige’. Voor deze categorie ‘overige’ zijn er striktere voorwaarden, waarbij vooral aangetoond moet worden dat de werkgever op de Vlaamse>Belgische>Europese arbeidsmarkt geen kandidaat-werknemers vindt om de vacature in te vullen. De werkgever moet aantonen dat er voor invulling van de vacature gedurende lange tijd (minstens 6 weken) gezocht werd in Vlaanderen, België en de EU. Dat kan door een vacature uit te schrijven bij VDAB gedurende minstens zes weken. Pas indien door dit arbeidsmarktonderzoek aangetoond wordt dat de vacature niet kan ingevuld worden, kan toelating tot arbeid verleend worden voor niet-EU-onderdanen.

Op basis van de categorie ‘overige’ zijn er de afgelopen jaren voor de functie ‘groom’ en ‘stalknecht’ met niet EU-nationaliteit toelatingen tot arbeid door Vlaanderen uitgereikt.

De VDAB onderzoekt en bepaalt hoeveel beschikbare werkzoekenden er zijn ten opzichte van het aantal vacatures voor een bepaalde functie of job. Voor de functie paardenverzorger: zijn er in West-Vlaanderen bv. 22,74 werkzoekenden per vacature, terwijl er in Antwerpen 40,90 zijn (situatie in april 2023). Daaruit kan afgeleid worden dat er voldoende werkzoekenden zijn voor die vacatures op dit moment. Dat wil niet zeggen dat automatisch alle aanvragen toelatingen tot arbeid voor die functies worden afgewezen. Echter kan het zijn dat specifieke vereisten ervoor zorgen dat men toch op de Vlaamse>Belgische>Europese arbeidsmarkt geen kandidaat-werknemer vindt (vb. kunnen paardrijden op een bepaald niveau, bv. 1m20 springen). De vacature moet dan anders omschreven worden dan ‘gewoon’ paardenverzorger. De vacature moet uitgeschreven worden op niveau van de EU. Er is immers-voorrang voor werkzoekenden die reeds in EU aanwezig zijn (hetzij EU-onderdanen, hetzij derdelanders). Om daaraan tegemoet te komen kan men het beste de vacature uitschrijven op Europees niveau. Dit kan via de VDAB maar ook via het Europees platform voor het verspreiden van de vacature op niveau van de EU (EURES).

De inkomstengrens voor de categorie “overige”, is het respecteren van de wettelijke inkomstengrenzen zoals bepaald in de paritaire comités. Voor de professionele hippische sector is dat bepaald in het Paritair Comité 144.

Voor de aanvraag van tewerkstelling voor een vacature voor de categorie “overige”: mag de kandidaat niet in het land aanwezig zijn. Indien de kandidaat al in België verblijft moet die vóór het indienen van de aanvraag België verlaten. Voor de andere categorieën mag de buitenlandse werkkracht op basis van legaal (kort) verblijf in België aanwezig zijn maar de aanvrager mag zich niet op de werkvloer bevinden. Indien men wel reeds aanwezig is op de werkvloer of reeds verblijft bij de werkgever is er een schijn van tewerkstelling.

Daarnaast is er de mogelijkheid om als ruiter, menner of zelf trainer aan de slag te gaan als ‘professioneel sportbeoefenaar’. Om in aanmerking te komen voor die categorie dient de sportman of -vrouw te voldoen aan de federale tewerkstellingsregels inzake professioneel sport beoefenen (namelijk een bepaalde minimumgrens van inkomsten verwerven uit die sportactiviteiten) maar bijkomend aan de Vlaamse loonvoorwaarde van minstens 92.225 euro bruto per jaar – tenzij als trainer die niet tewerkgesteld wordt als professioneel sportbeoefenaar: dan volstaat 46.112,50 euro bruto per jaar.

Visum voor langer dan 90 dagen afgeleverd door de Dienst Vreemdelingenzaken

De realiteit is dat niet-EU-onderdanen in de paardensport in België voor langere termijn willen verblijven, zonder dat ze hier in loonverband werken of een zelfstandige activiteit uitoefenen.

Vaak is dat omwille van hoogstaande sporttechnische begeleiding in functie van paardensport op hoog niveau. Om zeer specifieke redenen, zou de Dienst Vreemdelingenzaken hiervoor een visum kunnen afleveren. Het gaat dan vooral om mensen die klant zijn bij Belgische bedrijven. Ze betalen voor het gebruik van de infrastructuur en de sporttechnische begeleiding en het kopen van paarden voor aanzienlijke bedragen.

De Dienst Vreemdelingenzaken beslist over de toelating tot het Belgisch grondgebied. Hiervoor wordt het beste met hen contact opgenomen.

In Beeld
02/05/2023 08:52
Deel deze info: