Leverfalen kan niet behandeld worden. Het aanpassen van het rantsoen kan wel helpen bij het herstel en het behouden van een goede gezondheid. Raadpleeg altijd je dierenarts bij een vermoeden van leverfalen en onthoud dat de beste behandeling, preventie is!
Extra koolhydraten
Makkelijk verteerbare bronnen van koolhydraten zoals haver, voorzien het paardenlichaam van onmiddellijk bruikbare glucose. Daardoor wordt de lever in mindere mate verantwoordelijk voor het omzetten van voedingsstoffen in bruikbare glucose. Onthoud dat het voeren van oplosbare koolhydraten altijd voorzichtig moet gebeuren om zetmeeloverschotten te vermijden. Voer je paard dus beter verschillende, kleine porties. Door te werken met 5 tot 6 verschillende kleine porties per dag, vermijd je pieken en dalen in de bloedsuikerspiegel. We raden een hoeveelheid van 100 gram haver/gerst/mais aan per 100 kg lichaamsgewicht.
Weinig, maar kwalitatieve eiwitten
Vermijd dat ammoniak zich opbouwt in het lichaam van een paard met leverschade. Dit kan gebeuren wanneer het teveel eiwitten gevoerd krijgt. Daarom beperk je eiwitrijk voeder. Voorzie wel voldoende essentiële aminozuren, zoals lysine, en vertakte aminozuren (BCAA’s).
Vertakte aminozuren verhogen de celcapaciteit voor de synthese van eiwitten, waardoor ze de druk op de lever daalt. Ze helpen ook bij het verminderen van vermoeidheid en lethargie. Tot slot verlagen ze de kans dat gifstoffen de bloed-hersenbarrière bereiken. Zo kunnen de neurologische symptomen van leverschade helpen onderdrukken. Omdat het essentiële aminozuren zijn, worden ze ook niet overmatig opgenomen door de lever. Voedingsproducten zoals bietenpulp en mais bevatten veel vertakte aminozuren en zijn dus ideaal om toe te voegen aan het rantsoen van paarden met leverschade.
Hoge kwaliteit ruwvoer
Het aanbieden van ruwvoer van hoge kwaliteit, is een basisvoorwaarde voor elk paard om gezond te blijven en om te voorzien in hun kauwbehoefte. Indien je een paard kan laten grazen, geniet dit de voorkeur omdat gras veel vitamine E bevat. Deze vitamine ondersteunt het immuunsysteem. Op alle andere momenten, moet een paard toegang hebben tot hooi. Paarden met leverschade kunnen best hooi krijgen met lage tot mediumkwaliteit eiwitten. Het hooi moet bovendien ook erg zuiver zijn. Ruwvoeders zoals luzerne, vermijd je. Paarden met leverschade hebben vaak een verminderde eetlust. In dat geval kan je het hooi besproeien met verdunde suikerrietmelasse om de eetlust te stimuleren. Je kan doorheen de dag beter verschillende kleinere porties hooi voeren, dan één grote.
Verliest je paard makkelijk gewicht, overweeg dan het bijvoeren van een voedingsproduct met veel vezels, zoals Super Fibre Cubes van Saracen Horse Feeds.
Supplementeren van de voeding
Op dit moment is er nog weinig bewijs over de positieve effecten van bepaalde supplementen op de gezondheid van paarden met leverschade. Sommige onderzoeken tonen aan dat mariadistel en ciderazijn een positieve invloed kunnen hebben. Mariadistel bevat sylimarine, een stof die levercellen beschermt tegen verdere schade. Het helpt ook bij het herstel van beschadigde cellen en het verminderen van ontstekingen.
Eén onderzoek toonde aan dat het voeren van 240 ml liter ciderazijn hielp bij het verlagen van het ammoniakgehalte in het bloed (bij een paard van 450 kg).
Toegevoegde vitaminen
Het is aangeraden om vitamine B-complex, inclusief foliumzuur en vitamine K, toe te voegen aan het rantsoen van een paard met leverschade. Deze vitaminen worden normaal gezien verwerkt door de lever en de kans bestaat dat het beschadigde orgaan hierin minder succesvol is. Ook zink kan helpen bij het ondersteunen van een paard met leverschade. Die stof helpt om afvalstoffen uit de verwerking van aminozuren af te breken. Bij mensen met leverschade waarbij dit proces niet optimaal functioneert, werden bijvoorbeeld al mentale afwijkingen vastgesteld.
Het toevoegen van andere vitaminen is niet aan te raden, tenzij geadviseerd door een dierenarts. Vitaminen A, D en K worden namelijk opgeslagen in de lever en zouden op die manier giftige eigenschappen kunnen krijgen. Een te grote hoeveelheid vitamine D kan bijvoorbeeld leiden tot nierfalen en vitamine K kan bloedarmoede veroorzaken.
Eetlust - depressie
Onthoud tot slot dat paarden met leverschade erg weinig eetlust kunnen hebben. Hou in dat geval vooral rekening met wat het paard wel wil eten en hou je niet strikt aan de regels. Paarden met leverschade zijn vaak depressief, voldoende aandacht en stimulatie zijn dus ook essentieel voor een goed herstel.