

Met dank aan onze partners
- Toerisme
- Wat maakt een ruiter- of menroute tot een goede route?
Vlaanderen heeft erg veel te bieden voor recreanten. In de bossen, aan het strand en door de velden vindt men routes en accommodaties die een recreatieve meerwaarde bieden. De oppervlakte van Vlaanderen is echter beperkt, wat er vaak voor zorgt dat een domein verschillende functies heeft.
Voor technische voorschriften verwijzen wij u door naar enerzijds het Technisch Vademecum Paden en Verhardingen, en anderzijds het Technisch Vademecum Recreatieve Infrastructuur van het ANB.
Een ruiter- of menroute aanleggen of heraanleggen vereist aandacht voor vele factoren. De kwaliteit van de route die u aanlegt wordt bepaald door hoe lang deze wordt, welke bodem er gebruikt wordt, hoe breed de paden gemaakt worden, hoe de veiligheid van ruiter, menner en paard gegarandeerd wordt, met wie de route gedeeld moet worden, en nog veel meer. Dit stuk handelt over de route zelf, inclusief (gevaarlijke) hindernissen die ruiters tegenkomen op hun wandeling en hoe deze omzeild kunnen worden.
Soorten routes
Bodem
Afmetingen
Afsluitingen
Overstapje
Slagboom
Mensluis
![]() | |
De combinatie van een mensluis en een slagboom zorgt voor afsluiting van gemotoriseerd verkeer, maar voorziet toch toegang voor nooddiensten. © Stichting Ruiteren & Mennen | Opbouw van een mensluis. © Stichting Ruiteren & Mennen |
Klaphekken
Wanneer een ruiter- of menroute door een omsloten gebied trekt waar andere dieren leven, zoals vee of wild, is het belangrijk een hek te installeren dat zowel toegang als afsluiting biedt. Een klaphek is hiervoor een goede oplossing. Zo’n hek valt vanzelf terug toe wanneer de ruiter of menner gepasseerd is. Het enige nadeel hiervan is dat het dicht klappen van de poort lawaai kan maken en paarden kan doen verschieten.
Bruggen
Over een brug
- Borstwering gaande tot minstens 40 cm voorbij de hindernis en zonder scherpe of uitstekende stukken
- Antislip bovenlaag
- Zo stil mogelijk: geen metaal, wel hout of beton
- Geen gaten
- Stootrand onderaan de reling
- Breedte brug: liefst minstens 3,5 meter
- Indien de brug hoger is dan 5 meter zorgt men best voor een horizontaal stuk bovenaan
De stootranden aan de zijkant van de brug zorgen ervoor dat een paard niet van de brug kan stappen. © Stichting Ruiteren & Mennen |
Onder een brug of tunnel
- Hoogte: minstens 3 vrije meter, liefst 3,7 meter
- Breedte 4 meter
- Indien lang (tunnel): kunstmatige verlichting voorzien
- Indien mogelijk: zelfde ondergrond voorzien als de rest van het ruiterpad
- Rekening houden met drainage. Ook eventuele waarschuwingsborden voorzien indien dit stuk ruiterpad in overstromingsgebied ligt.
Doorwaadplaatsen
Een goede aanduiding van de diepte van de doorwaadplaats zorgt ervoor dat ruiters en menners niet voor verrassingen komen te staan. © Stichting Ruiteren & Mennen |
Rustplaatsen
Aanbindbalk
Drinkwatervoorziening
Andere mogelijkheden en criteria
- Opstapblok
- Picknicktafel of bankje voor de ruiters
- Schaduwvoorziening of schuilplaats
- Ongesproeide vegetatie vrij van voor paarden giftige planten binnen een ruime straal rond de rustplaats (!)
- Hindernisparcours voor ruiters kan ook een aantrekkingsfactor bieden, mits afgezonderd van andere recreanten
- Paddock voor de paarden, indien hier de ruimte voor is en het gaat om een rustplaats op een meerdaagse routes
| |
Een gezellige rustplaats voor zowel paard als ruiter of menner. © Stichting Ruiteren & Mennen | Drinkwater voorzien voor de paarden is geen overbodige luxe. © Stichting Ruiteren & Mennen |
Bewegwijzering en signalisatie
Een goede route is één ding, maar het is ook belangrijk dat de ruiters en menners hun weg vinden en zich goed kunnen oriënteren (Toerisme Oost-Vlaanderen, s.d.). Voor lokale ruiters en menners is dit vaak geen probleem, zij kennen de streek reeds goed, maar een goede route zal ook andere ruiters aantrekken die van verder komen. Dit kan goed zijn voor de lokale horeca en bijgevolg de lokale economie. Ook signalisatie is belangrijk, zowel voor de ruiters zelf als voor andere weggebruikers. Zo weet iedereen zijn of haar plaats op de baan.
Een ander belangrijk punt is signalisatie die de coördinaten op de route aanduidt. Deze coördinaten worden best op paaltjes aangebracht naast te route en doorgegeven aan de hulpdiensten. Op die manier kunnen toeristen en recreanten in nood hun coördinaten doorgeven aan de hulpdiensten. Dit wordt in het provinciale Ruiter- en Menroutenetwerk in Limburg bijvoorbeeld aangeduid aan de hand van XY-coördinaten.
Controle en onderhoud
In theorie zijn al deze zaken vrij vanzelfsprekend, maar men mag niet vergeten de route na aanleg ook te blijven onderhouden. Het onderhoudsplan dient op voorhand grondig afgesproken te worden, zodat duidelijk is welk budget er aan gespendeerd wordt, wie voor welk deel verantwoordelijk is en wanneer de controles en onderhoud worden uitgevoerd.
Het onderhoud dat de route vereist, hangt af van verschillende factoren: de locatie van de route, de gebruikslast en het gebruikte materiaal. Om te garanderen dat de met zorg aangelegde route ook aangenaam blijft, is het belangrijk regelmatig controles uit te voeren op de kwaliteit van de route, en indien nodig zaken te vervangen of te herstellen. Hierbij mag men ook de signalisatie en de randinfrastructuur niet vergeten. Hiervoor kan u deels ook de hulp van de recreant of toerist inschakelen, zoals bijvoorbeeld met de Routedokter, waar ruiters en menners kunnen aangeven waar iets fout loopt, of via peter- en meterschap van de routes.
Om ervoor te zorgen dat de recreanten en toeristen hiervan op de hoogte zijn, is het dan ook raadzaam om deze mogelijkheden goed aan te geven bij de start van de route en op de website, samen met de contactgegevens van de verantwoordelijken voor het beheer, de toezicht en het onderhoud van de route. Men kan hiervoor terecht bij de gemeente. De gemeenten zijn bevoegd voor het onderhoud van de wegen op hun grondgebied. Indien een andere overheid verantwoordelijk zou zijn (bv. de provincie) dan zal de gemeente daar zeker naar doorverwijzen.
Te paard ten allen tijde veilig de weg op kunnen, is jammer genoeg een utopie. Veel weggebruikers verwachten geen paarden op de weg en hebben weinig begrip voor ruiters en menners. Sensibiliseren biedt hier een heel goede oplossing voor, maar ook aan de infrastructuur en aan het tracé van de route kan wel wat gedaan worden om het voor ruiters en menners veiliger te maken. Ook is het belangrijk op voorhand goed op de hoogte te zijn van verkeersprojecten en betrokken te zijn in het proces. Op die manier kan er bij de aanleg of heraanleg van drukke punten ook al rekening gehouden worden met de behoeften van ruiters en menners. Dit stuk biedt mogelijke oplossingen bij bepaalde gevaarlijke situaties.
Drukke verkeerswegen en -punten
Oversteekplaatsen
- Een wachtzone voor paarden, ruiters en menners installeren aan beide kanten van de oversteekplaats, eventueel met een houten opstelling die ervoor zorgt dat de paarden niet naar elke kant kunnen wegspringen (zie illustratie).
- Duidelijk aanduiden van het oversteekpunt: signalisatie aan de hand van verkeersborden en/of wegmarkeringen
- Het oversteekpunt op of nabij een verkeersdrempel inplanten, waardoor de snelheid van de auto’s mindert.
![]() |
Op het terrein in Zutendaal in Limburg, bij de Heiwekerweg, is een oversteekplaats ontworpen die ook aangepast is voor huifkarren. © Marc Leenen |
Wegberm
Intensiteit van andere verkeersvormen
Parking
- De combinatie van een wagen en een trailer geeft al gauw een lengte van 15 meter.
- Bij de ingang van de parking dient er best een draairadius voorzien te worden van 12,2 meter.
- De breedte van een toegangspoort bedraagt minstens 9 meter.
- Vlak terrein is uiteraard ideaal. Indien volledig vlak niet mogelijk is bedraagt de hellingsgraad van het terrein best niet meer dan 6%.
- Hoe minder een wagen met trailer achteruit moet rijden, hoe beter. Een weg die rond de parking loopt kan dit voorkomen.
- Voldoende ruimte is belangrijk, zowel voor de parking als voor de parkeerplaatsen zelf. Hou hierbij ook rekening met het beoogde aantal bezoekers en ruimte om de paarden op- en af te zadelen. De totale oppervlakte van de parking bedraagt meer dan 60x100 meter.
- Een goede ondergrond is belangrijk, zowel voor de wagens als voor de paarden. Een onverharde bodem past hier beter dan asfalt. Ook drainage kan hier belangrijk zijn, afhankelijk van de situatie.
- Hoewel rotsen, tuintjes en andere decoratie de parking aangenamer kunnen maken, is het aangeraden dit niet te doen. Deze zaken maken de parking namelijk onveiliger voor paarden die op de trailer moeten of er net van komen.
- Schaduwvoorziening (idealiter door hoge bomen) is dan weer wel aangeraden, gezien zowel de personenwagens als trailers en paardencamions erg heet kunnen worden in de vlakke zon op warme dagen.
Onthaalzone
Toegangswegen
Logies
- Veilige weide
- Hygiënische, voldoende verluchte en verlichte boxen of stallen
- Voorzieningen aanwezig: bindpalen, de mogelijkheid om paarden af te spuiten, dikke waskoorden en parkeerplaatsen
- Schone eet- en drinkbakken
- Maximaal 5 km van het netwerk
(Eet)cafés
Dit dossier is slechts een richtlijn voor het aanleggen of heraanleggen van ruiterroutes en het voorzien van randinfrastructuur. Hieronder vindt u de bronnen die voor dit dossier geraadpleegd werden. In deze bronnen vindt u nog meer informatie over de mogelijkheden en moeilijkheden rond ruiterroutes.
Belgische bronnen
- Bloso (2002). Rapport IDWROS ruimtelijke ordening leefmilieu sport
- Regionaal Landschap Kempen en Maasland (s.d.). Ruiteren en mennen: paardvriendelijke logies
- Toerisme Limburg (s.d.). Toppleisterplaatsen voor ruiters en paarden
- Toerisme Oost-Vlaanderen (2009). Strategisch beleidsplan voor toerisme en recreatie in de Vlaamse Ardennen
- Toerisme Oost-Vlaanderen (s.d.). Oost-Vlaanderen in galop! Richtlijnen voor de ontwikkeling van erkende ruiterroutes in Oost-Vlaanderen
- Toerisme Vlaams-Brabant (2008). Strategisch beleidsplan toerisme en recreatie 2008 -2013
- Toerisme Vlaanderen (2000). Visie toerisme en recreatie in bos-, natuur- en landbouwgebied
- Toerisme Vlaanderen (s.d.). Richtlijnen voor de bewegwijzering van toeristische-recreatieve routes en netwerken voor ruiters en menners
- Vlaams Paardenloket (2008). Dialoogdag 3: toerisme en recreatie.
Buitenlandse bronnen
- Horse SA (2010). Horse trail infrastructure: guidelines for peri-urban precincts
- Stichting Ruiteren & Mennen in Nederland (2016). Vraagbaak/kennisbank.