Principieel bestaan er geen normen over het aantal paarden dat men kan houden op een bepaalde oppervlakte. Wel dient u rekening te houden met de bemestingsnormen van het mestdecreet en de normen van de milieuvergunning. Hierover vindt u meer in de brochures "Mestdecreet" en "Milieuvergunningen".
Mestdecreet
Enerzijds dient u, indien u mestbankaangifteplichtig zou zijn, de bemestingsnormen van het mestdecreet te respecteren. Deze bemestingsnormen vindt u terug op pagina 16 van de brochure Mestdecreet. U bent mestbankaangifteplichtig van zodra ofwel:- u 2 hectare grond of meer exploiteert;
- uw paarden samen 300 kg fosfaat of meer produceren;
- u een oppervlakte groeimedium bewerkt gelijk aan ten minste 50 are. Deze laatste hypothese slaat niet op de paardenhouderij. (Groeimedium is volgens de definitie van het Mestdecreet van 22 december 2006: "materiaal in vaste of vloeibare vorm niet zijnde landbouwgrond dat wordt gebruikt of bestemd is om te worden gebruikt als voedingsbodem voor planten").
- 30 kg voor paarden van meer dan 600 kg
- 21 kg voor paarden van 200 tem 600 kg
- 12 kg voor paarden van minder dan 200 kg
Milieuvergunning
Al naargelang de zone (landbouwzone, woonzone,...) moet u een milieuvergunning hebben vanaf een zeker aantal paarden. Die normen vindt u terug op p. 9 van de brochure "Milieuvergunningen". In woonzone heeft men voor minder dan 5 paarden geen milieuvergunning nodig. In landelijk woongebied mag men tot 9 paarden houden zonder milieuvergunning en in landbouwzone tot 19.