Ik heb een paard gekocht van iemand die achteraf niet de eigenaar bleek te zijn. Wat zijn hier de rechtgevolgen van? 23/03/2016 2 min

Wanneer een paard gekocht werd van iemand die er niet de eigenaar van was, bestaat er enerzijds een terugvorderingsrecht van de werkelijke eigenaar tegenover de bezitter en anderzijds de mogelijkheid voor de koper om nietigverklaring te vorderen van de koop:

Terugvorderingsrecht van de werkelijke eigenaar tegenover de bezitter

De eigenaar van een verloren of gestolen paard kan zijn eigendom terugvorderen van degenen in wiens handen het zich bevindt (bezitter te goeder trouw), en dit gedurende drie jaar, te rekenen van de dag waarop het verlies of de diefstal heeft plaatsgehad.

Degene die het paard in bezit had kan verhaal uitoefenen tegen degene van wie hij het bekomen had (art. 2279 BW).

Indien de tegenwoordige bezitter (te goeder trouw) van het gestolen of verloren paard dit gekocht had op een jaarmarkt of op een andere markt, of op een openbare verkoping, of van een koopman die dergelijke zaken verkoopt, kan de oorspronkelijke eigenaar zich het paard niet doen teruggeven dan mits de prijs die de huidige bezitter betaald heeft, aan de bezitter terug te betalen (art. 2280 BW).

Indien het paard gekocht werd in de omstandigheden zoals beschreven in art. 2280 BW wordt er van uitgegaan dat de bezitter de herkomst van het paard niet kan kennen.

Goede trouw wordt steeds vermoed en hij die zich op kwade trouw beroept moet die bewijzen (art. 2268 BW).

Mogelijkheid voor de koper om nietigverklaring te vorderen van een verkoop van andermans zaak

De verkoop van een anders zaak is nietig; hij kan grond tot schadevergoeding opleveren wanneer de koper niet geweten heeft dat de zaak aan een ander toebehoorde (art. 1599 BW).

Het gaat hier om een relatieve nietigheid, die enkel het privébelang van de koper beschermt en dus enkel door hem kan worden ingeroepen. De koper kan de nietigheid onmiddellijk inroepen, en dient niet te wachten tot hij wordt uitgewonnen door de werkelijke eigenaar. Hij kan de nietigheid inroepen, zelfs al was hij te kwader trouw, en wist hij dus dat de verkoper niet de eigenaar was van de verkochte zaak. Schadevergoeding zal hij echter enkel kunnen krijgen als hij te goeder trouw was, hetgeen uiteraard wordt vermoed.

Noch de verkoper, noch de werkelijke eigenaar kunnen de nietigverklaring van het contract vorderen. De verkoper kan de nietigheid niet inroepen, ook al is hij te goeder trouw, omdat art. 1599 BW enkel de belangen van de koper beschermt. De ware eigenaar kan geen vordering tot nietigverklaring instellen, omdat hij wordt beschermd door de mogelijkheid om een vordering tot revindicatie in te stellen.

De ware eigenaar kan ook schadevergoeding vorderen op grond van art. 1382 BW. De relatieve nietigheid kan worden gedekt, door de koper die afstand doet van de mogelijkheid om de nietigheid te vorderen, maar ook door de werkelijke eigenaar die de verkoop goedkeurt.

Het feit een paard te kopen zonder paspoort zou geïnterpreteerd kunnen worden als een dubieuze koop, waardoor het mogelijk zou zijn dat de rechtbank oordeelt dat de koper in dat geval niet te goeder trouw is.