De jaarlijkse heffing van het FAVV verspreidt de kosten van haar algemene controleprogramma onder de bedrijven waarover ze toezicht houdt. Vermits er geen systematische controles gebeuren bij paardenhouders, zou het niet eerlijk zijn een heffing aan hen te vragen en werden ze grotendeels vrijgesteld.
Voor enkele specifieke activiteiten moet nog wel betaald worden:
- Paardenmelkerijen hebben een activiteit in de voedselketen en vallen onder de controle van het FAVV. Zij zijn wel heffingsplichtig bij het FAVV.
- Cafetaria van maneges vallen ook onder de bevoegdheid van het FAVV, sector horeca. Deze maneges zijn dan heffingsplichtig, niet omwille van de paarden, maar wel omwille van hun cafetaria. Indien een manege over een bar of restaurant beschikt, dan heeft de manege een activiteit binnen de voedselketen en dient ze de heffing voor de horecasector te betalen. Indien de bar enkel verpakte dranken en/of voedingsmiddelen verkoopt die ten minste drie maanden houdbaar zijn bij omgevingstemperatuur (zakjes chips, nootjes, droge worsten, …) dan dient de bar niet over een toelating of erkenning te beschikken. De heffing bedraagt in dit geval 54,47 euro/vestigingseenheid voor 2010 (bijlage 6a, KB van 10 november 2005 betreffende heffingen). In alle andere gevallen is de heffing afhankelijk van het aantal tewerkgestelde personen (bijlage 6b, KB van 10 november 2005 betreffende heffingen).
- Paarden KI-stations die sperma voor het intracommunautair (binnen de Europese Unie) handelsverkeer winnen, behandelen, bewaren en opslaan hebben een erkenning nodig en zijn heffingsplichtig. Ook KI-stations die sperma exporteren naar derde landen (buiten de Europese Unie) dienen een erkenning te hebben en zijn ook heffingsplichtig. Hengstenhouders (houden/fokken van productiedieren) dienen daarentegen enkel geregistreerd te zijn bij het Agentschap maar zij hebben geen erkenning nodig voor zover zij niet de hiervoor geciteerde activiteiten uitoefenen en zijn in dat geval ook niet-heffingsplichtig.
Daarnaast kan u een aangifteformulier aankrijgen om volgende redenen:
- U bezit ook andere dieren: Wie meer dan 2 runderen of meer dan 10 vrouwelijke schapen, geiten, herten of kleine herkauwers bezit, die op 15 december van het jaar voordien ouder dan 6 maand waren, is heffingsplichtig.
- U sloot een contract af met een dierenarts waardoor u een depot voor geneesmiddelen kan bijhouden.
Opgelet: Nogal wat paardenhouders die aan geen enkele van bovenstaande voorwaarden voldoen, blijken toch een “Aangifte Heffing FAVV” te ontvangen. Dit zorgt soms voor verwarring. Het is echter wel de bedoeling dat het document ingevuld teruggestuurd wordt. Indien u geen heffingsplichtige activiteiten moet aangeven vinkt u vakje 3 “vrijstelling van de heffing” aan. Het vakje “geen enkele activiteit onder de controle van het FAVV” mogen paardenhouders niet aanvinken.
Links en wetgeving
Volgens het FAVV moeten de volgende personen aangifte doen:
"Elke operator (een operator kan een natuurlijk persoon of een onderneming zijn) wiens activiteit onderworpen is aan de controle van het Agentschap, is voor elke vestigingseenheid afzonderlijk een jaarlijkse heffing verschuldigd aan het FAVV. Daarom moet voor elke vestigingseenheid een afzonderlijke aangifte worden ingediend.
Onder "vestigingseenheid" wordt verstaan: een plaats (adres) waar door een operator ten minste één activiteit uitgeoefend wordt die onderworpen is aan het toezicht van het FAVV. Voorbeeld: een bakker die twee winkels uitbaat, heeft twee vestigingen en moet twee afzonderlijke aangiften indienen. Een zelfstandige slager die binnen een supermarkt een eigen activiteit heeft, wordt aanzien als een afzonderlijke vestigingseenheid en moet zijn eigen aangifte doen."
Onder "vestigingseenheid" wordt verstaan: een plaats (adres) waar door een operator ten minste één activiteit uitgeoefend wordt die onderworpen is aan het toezicht van het FAVV. Voorbeeld: een bakker die twee winkels uitbaat, heeft twee vestigingen en moet twee afzonderlijke aangiften indienen. Een zelfstandige slager die binnen een supermarkt een eigen activiteit heeft, wordt aanzien als een afzonderlijke vestigingseenheid en moet zijn eigen aangifte doen."
Over de straf wordt het volgende meegedeeld:
"Conform de programmawet van 31 december 2007 is het zo dat de erkenning, de keuring, de toelating of de afgifte van certificaten geschorst wordt wanneer wordt vastgesteld dat een operator onjuiste of onvolledige gegevens, documenten of informatie doorgeeft of nalaat die door te geven.
Bovendien wordt overeenkomstig de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Agentschap het bedrag van de heffing ambtshalve vastgesteld op grond van de ingezamelde gegevens."
Bovendien wordt overeenkomstig de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Agentschap het bedrag van de heffing ambtshalve vastgesteld op grond van de ingezamelde gegevens."
Ook wordt verduidelijkt welke activiteiten onderworpen zijn aan de controle van het Agentschap:
"Alle operatoren die in België actief zijn in de voedselketen dienen gekend te zijn bij het Voedselagentschap, en dus geregistreerd. Voor de uitoefening van bepaalde activiteiten is tevens een toelating of een erkenning vereist. Het K.B. van 16/01/2006 legt de procedures vast voor deze registraties, erkenningen en toelatingen."
Er kan verwezen worden naar het koninklijk besluit van 16.1.2006 betreffende het FAVV waarin vanaf p. 45 staat welke activiteiten onderworpen zijn aan erkenning en controle. Paardenfokkerij – houderij staat daar niet bij vermeld.