Voor alle duidelijkheid betreft deze vraag de vakbekwaamheid voor beroepsbestuurders, verbonden aan het rijbewijs. Dit is niet te verwarren met het attest van vakbekwaamheid voor het vervoer van paarden. Het eerste is gericht op het transport door beroepschauffeurs, dewelke aan deze verplichting moeten voldoen om te beschikken over een geldig rijbewijs, terwijl het laatste betrekking heeft op het transporteren van paarden, waarbij men over vakbekwaamheid moet beschikken, d.m.v. een examen bij de FOD Volksgezondheid, wanneer het gaat om een commercieel transport. Binnen de Europese Unie geven de verschillende lidstaten geen uniforme interpretatie aan dat begrip commercieel transport, doch dit staat dus los van de hier besproken verplichting voor beroepsbestuurders, verbonden aan het rijbewijs.
Een bestuurder van een vrachtwagen (categorie C, C1+E en/of C+E) of een autobus (categorie D1, D, D1+E, D+E) moet niet beschikken over een attest van vakbekwaamheid indien het gaat om vervoer dat kan worden ondergebracht in één van deze gevallen :
Indien niet voldaan wordt aan de omschrijving van één van deze 6 uitzonderingsgevallen, is de vakbekwaamheid vereist.
Wanneer iemand in dienst is, enkel en alleen om paarden te vervoeren, dan dient die te voldoen aan de vakbekwaamheid. Dat is niet het geval indien het vervoer van paarden niet de essentiële activiteit is van de bestuurder, maar wel het rijden op wedstrijd, of het verzorgen van paarden op wedstrijd. In dat geval zou de bestuurder gebruik kunnen maken van de tweede vrijstelling in de lijst hierboven. Als de bestuurder na het vervoer van de paarden ook nog met die paarden gaat rijden, of ze gaat verzorgen, bijvoorbeeld bij een wedstrijd, dan mag dit gelijkgesteld worden met de tweede uitzondering.
FOD Mobiliteit en Vervoer; Dienst Rijbewijs | City Atrium | Vooruitgangsstraat 56; 1210 BRUSSEL| Info@mobilit.fgov.be
Een bestuurder van een vrachtwagen (categorie C, C1+E en/of C+E) of een autobus (categorie D1, D, D1+E, D+E) moet niet beschikken over een attest van vakbekwaamheid indien het gaat om vervoer dat kan worden ondergebracht in één van deze gevallen :
- Bestuurders van voertuigen die worden bestuurd bij wijze van recreatie (hobby, vrije tijd, …);
- Bestuurders van voertuigen waarbij het gaat om vervoer van materiaal/materieel dat men nodig heeft om ergens zijn werk te doen, en waarbij het vervoer in kwestie een eerder bijkomstig onderdeel is in de totaliteit van de opdracht. Het gaat bijvoorbeeld om een ruiter of een groom die naar een wedstrijd gaat met een vrachtwagen met paarden, die vervolgens zijn taak als ruiter of groom opneemt en die ’s avonds met de vrachtwagen, al dan niet gevuld met paarden, terugkeert. In dit geval gaat het om een persoon die in de eerste plaats een ruiter of groom is, en zijn vrachtwagen enkel gebruikt om op de wedstrijd te geraken. Ruiter of groom is zijn hoofdbezigheid;
- Vervoer in dienst van bepaalde veiligheidsdiensten van de overheid. Het gaat in het bijzonder om vervoer in dienst van het leger, de politie, de brandweer, de civiele bescherming, …;
- Vervoer waarbij het gaat om evacuaties bij rampen;
- Uitvoeren van testritten van prototypes of van voertuigen in herstelling. De eventuele bijbehorende rit naar de schouwing mag worden beschouwd als een onderdeel van de testrit;
- Vervoer met voertuigen of combinaties van voertuigen die, gezien hun constructie, niet sneller kunnen rijden dan 45 km/uur.
Indien niet voldaan wordt aan de omschrijving van één van deze 6 uitzonderingsgevallen, is de vakbekwaamheid vereist.
Wanneer iemand in dienst is, enkel en alleen om paarden te vervoeren, dan dient die te voldoen aan de vakbekwaamheid. Dat is niet het geval indien het vervoer van paarden niet de essentiële activiteit is van de bestuurder, maar wel het rijden op wedstrijd, of het verzorgen van paarden op wedstrijd. In dat geval zou de bestuurder gebruik kunnen maken van de tweede vrijstelling in de lijst hierboven. Als de bestuurder na het vervoer van de paarden ook nog met die paarden gaat rijden, of ze gaat verzorgen, bijvoorbeeld bij een wedstrijd, dan mag dit gelijkgesteld worden met de tweede uitzondering.
Opgelet bij transport in andere EU-lidstaten
Deze materie is gereglementeerd door de EU, maar voormelde toepassing ervan in België, geldt niet noodzakelijk in de andere lidstaten. Wanneer u paarden transporteert in andere lidstaten dan België, kan u daar best voorafgaandelijk informeren of daar de vakbekwaamheid vereist wordt voor het soort transport dat u zal uitvoeren. De vakbekwaamheid is een item dat is opgelegd door een Europese richtlijn. Het gaat meer bepaald om de richtlijn 2003/59EG, omgezet door het koninklijk besluit van 4 mei 2007. Normaal gezien moet de omzetting van deze richtlijn in alle lidstaten van de EER (Europese Economische Ruimte) een gelijk resultaat hebben. Hoe de landen afzonderlijk dat uiteindelijk interpreteren, zal u in deze lidstaten afzonderlijk moeten navragen, maar deze verschillen zouden eigenlijk niet mogen voorkomen.Meer info
Indien u hierover vragen heeft of twijfelt of u al dan niet onder deze verplichting valt, dan kan u contact nemen met de FOD Mobiliteit en Vervoer, Dienst Rijbewijs, waarvan u hieronder de gegevens vindt.FOD Mobiliteit en Vervoer; Dienst Rijbewijs | City Atrium | Vooruitgangsstraat 56; 1210 BRUSSEL| Info@mobilit.fgov.be