Wanneer ben ik aansprakelijk voor de schade die mijn paard veroorzaakt? 29/03/2016 3 min

Voor wat betreft de burgerlijke aansprakelijkheid bij dieren geldt er een specifieke regeling in het Burgerlijk wetboek. Daarbij is het niet relevant wie eigenaar is maar wel wie het paard onder zijn bewaring geeft.
Wij wijzen er op dat enkel de rechtbanken bevoegd zijn uitspraak te doen over de aansprakelijkheid in een concreet geval. De rechter zal de concrete feiten moeten beoordelen.
Het is in ieder geval zeer belangrijk steeds goed verzekerd te zijn. Eens vaststaat dat een verzekeringsmaatschappij zal moeten opdraaien voor de vergoeding van de geleden schade, is het al veel minder erg om burgerlijk aansprakelijk te zijn.

Voor het bepalen van de verantwoordelijkheden dienen we de principes over burgerlijke aansprakelijkheid toe te passen, zoals ze zijn omschreven in de artikelen 1382 en volgende van ons burgerlijk wetboek, op de concrete omstandigheden van elk geval.

Juridisch is wie een fout of nalatigheid begaat aansprakelijk de ingevolge die fout of nalatigheid veroorzaakte schade te vergoeden (art. 1382 en 1383 uit het Burgerlijk Wetboek).
Ons burgerlijk wetboek voorziet specifiek voor dieren dat de eigenaar van een dier, of, terwijl hij het in gebruik heeft, degene die zich ervan bedient, aansprakelijk is voor de schade die door het dier is veroorzaakt, hetzij het onder zijn bewaring stond, dan wel verdwaald of ontsnapt was (art. 1385 BW). Wanneer een dier schade veroorzaakt, rust er op de eigenaar of de bewaarder van het dier een vermoeden van aansprakelijkheid. Het louter feit bewaker te zijn over het dier is een voldoende voorwaarde om diens verantwoordelijkheid te weerhouden. Bepalend hierbij is de vraag wie het meesterschap heeft over het paard op het ogenblik van het ongeval. Naar gelang de concrete omstandigheden kan dit zowel de eigenaar zijn als de gebruiker die er het meesterschap over heeft.
De bewaker van het dier kan zijn aansprakelijkheid betwisten door te bewijzen dat de schade veroorzaakt is door een vreemde oorzaak.

Los van de aansprakelijkheid van de eigenaar van het dier of van de gebruiker, is het ook mogelijk dat een derde die een fout begaat aansprakelijk gesteld wordt om, de ingevolge zijn fout veroorzaakte schade te vergoeden. Zo oordeelde ons hof van Cassatie:

"Hoewel artikel 1385 B.W. een wettelijk en niet weerlegbaar vermoeden van schuld aan de door een dier veroorzaakte schade instelt ten laste van de eigenaar van dat dier of ten laste van degene die zich ervan bedient terwijl hij het in gebruik heeft, sluit dit artikel niet uit dat die eigenaar of bewaarder van aansprakelijkheid wordt vrijgesteld, bij gebrek aan oorzakelijk verband, met name wanneer een derde een fout heeft begaan die aanleiding gaf tot de gedraging van het dier en waardoor, niet de gedraging, maar elke mogelijke fout van de eigenaar of bewaarder als oorzaak van de schade wordt uitgeschakeld" (Cass., 19 januari 1996, Verkeersrecht 1996, 230).

Wie uiteindelijk aansprakelijk zal worden gesteld, is een feitenkwestie, die in geval van betwisting zal worden beslecht door de rechtbank, rekening houdend met de concrete omstandigheden. Dergelijke procedures kunnen vele jaren aanslepen en kosten handenvol geld. Vandaar dat we nogmaals het belang onderlijnen van een goede verzekering.